Notes : | Als telg van een patriciërsfamilie uit Doornik vestigde Albert Liénart (1774-1833) zich te Aalst waar hij de Banque Liénart stichtte na zijn huwelijk met Jonkvrouw Isabella Pauwelaert, dochter van Ridder Georges-Jean Pauwelaert, burgemeester van Aalst op het einde achttiende eeuw. Hun zoon Camille Liénart (1807-1872) volgde zijn vader op als eigenaar van de familiale bank en werd tevens stichter van het Discontokantoor en het agentschap van de Nationale Bank te Aalst. In 1839 huwde hij met Eline van den Broucke, dochter van François-Martin van den Broucke, lid van de Raad van de Regering. Drie zonen volgden. De oudste zoon, Albert Liénart (1840-1871) was gemeenteraadslid en katholieke volksvertegen-woordiger van Aalst van 1866 tot aan zijn dood in 1871, de jongste zoon Charles Liénart (1847-1921) ook gemeenteraadslid tot 1896 en katholiek senator van 1888 tot 1897. De tweede zoon Alexander Liénart (1841-1874) werd bankier zoals zijn vader en grootvader maar stierf amper drieëndertig jaar oud. Hij was gehuwd met Isabella van den Broucke (1846-1913), dochter van Joseph van den Broucke, luitenant-kolonel, commandant van het legioen der burgerwacht van Aalst en gemeenteraadslid. Zij woonden aan de grote markt ( huidige KBC Bank ). Aalst was op het einde van de 19de eeuw een verpauperde stad. Lange erbeidsduur en beschamend lage lonen waren de voornaamste oorzaken van de diepe ellende waarin de mensen moesten leven. Het grootste deel van de bevolking behoorde tot het proletariaat en was ongeschoold. Als sociaal voelende katholiek en aangewakkerd door de encycliek Rerum Novarum was weduwe Alexander Liénart er zich van bewust dat kosteloze lagere scholen met een zedelijke en godsdienstige opvoeding vooral voor kinderen van de minderbegoede klasse een fundamentele basis konden leggen voor een beter geslaagd sociaal leven en een grotere individuele welvaart. In die tijd had Aalst ook niet de uitgestrektheid van vandaag. Eens buiten de kuip van de stad kreeg men uitzicht op de landelijke horizon en op de moerassen van het Osbroek waar zich enkele krot-woningen bevonden. In 1896 werd op haar initiatief enmet het door haar ter beschikking stellen van gronden op de wijk van het Osbroek en van de Zoutstraatpoort, twee lagere kosteloze scholen gebouwd: aan de Postweg ( de huidige Sint-Kamielstraat) de Sint - Camillusschool voor jongens, op naam en met de mede-werking van haar enige zoon Camille Liénart en aan de Geraadsbergsestraat, de meisjesschool Sinte Isabella ( nadien Sinte Lutgardis ) onder de hoede van haar enige dochter Aline Liénart. De ontwikkeling van de jongensschool was zeer succesvol. Reeds in 1899 voorzag de Sint-Kamielschool in avondlessen voor volwassenen. Ook de klassen voor meer ontwikkelden waar een summiere leerstof van de middelbare school werd gegeven, kenden veel bijval. Het is dankzij dit aanbod dat reeds toen honderden jonge mensen de gelegenheid kregen om zich op te werken en zich van een beloftevolle loopbaan te verzekeren in de openbare besturen en in vele particuliere bedrijven in en rond Aalst. Na de eerste wereldoorlog werd de vierde graad van het technisch-, handels- en in mindere mate ven het landelijke type bijgevoegd ten einde de leerlingen te bekwamen in een veranderlijke economische omgeving. In 1904 zouden weduwe Alexander Liénart en haar zoon Camille Liénart vanwege Paus Pius X respectievelijk de titel van Romeinse Gravin en Romeinse Graaf verkrijgen, dit naar aanleiding van hun grote inzet voor het katholiek volksonderwijs in Aalst. Na de dood van Graaf Camille Liénart en zijn echtgenote werd de school financieel gesteund door hun drie zonen en zes dochters. Na de overdracht in 1935 van het patrimonium naar de vzw Katholieke School Graaf Camille Liénart kreeg de school de toegewijde aandacht van de drie zonen en meer in het bijzonder van de tweede zoon Paul Liénart (1911-1985) die als erfgenaam van de familiale panden rond de school een speciale bekommernis had voor de school en voor de buurt. Heel in het bijzonder gesensibiliseerd door de noden van de kinderen met bijzondere leerachterstand - door psychische, sociale of andere oorzaken opgelopen - promoveerde hij de ter beschikking stelling van de schoolgebouwen voor het Bijzonder Lager Onderwijs (BLO) en nadien voor het Bijzonder Secundair Onderwijs (BuSO) ingericht door de vzw Don Bosco-instituut. In 1997 werd honderd jaar sociaal onderwijs in de Sint-Kamielschool met plechtigheid en vreugde gevierd maar ook met dankbaarheid voor de vorming en ontwikkeling van duizenden Aalstenaars. In 2001 verhuisde het Don Bosco-instituut naar ruimere, nieuwe en voor de gemotoriseerde ouders meer bereikbare gebouwen van de Bergemeersenstraat. De wens van Paul Liénart, het behoud van het sociaal gericht karakter van de vestiging in de Sint-Kamielstraat te verzekeren, alsmede de heropleving van de gehele buurt wordt vandaag perfect geconcretiseerd door het woonproject voor ouderen in de stad Aalst door de vzw De Toekomst. Na meer dan honderd jaar sociale steun voor diegenen die in het leven starten wordt nu de aandacht verschoven naar de oudere hulpbehoevende bejaarden. |